Slagschaduw komt voor als de laaghangende zon door de wieken schijnt. Omtrent slagschaduw zijn goede wettelijke regels: zo worden in situaties waar omwonenden last hebben van slagschaduw, de molens stil gezet. Op de website van de RVO is meer informatie te vinden over slagschaduw. De windturbines worden uitgerust met een systeem dat de molens stilzet als er teveel slagschaduw optreedt.

In het plaatje hieronder wordt het geluid van een gemiddelde windmolen vergeleken met het geluid van andere apparaten. Moderne windmolens zijn stiller dan oude modellen, omdat hun wieken meer geoptimaliseerd zijn en ze langzamer draaien. De windmolens komen op minstens 350 meter van woningen te staan. De te verwachten geluidsemissie van de windmolens is een belangrijk criterium geweest bij de selectie van de molens. Er worden geluidsmetingen uitgevoerd om te bepalen of de nieuwe molens meer of minder geluid produceren dan de bestaande windmolens van Windpark Mariapolder en om vast te stellen of er sprake is van overschrijding van limieten.

Hoe hoger, hoe harden en constanter de wind. Een molen van 180 meter hoog vangt twee keer zoveel wind als een molen van 120 meter. Bovendien vangen wieken die twee keer zo groot zijn, vier keer zoveel wind. Grotere molens zijn dus efficiënter. Daardoor is de energie van grote molens goedkoper en zijn er minder windmolens nodig om de ambitieuze doelstellingen van de overheid te halen. Bekijk voor meer informatie de site van de RVO. Windpark Oude Mol plaatst 4 moderne turbines met een maximale tiphoogte van 210 meter en een maximale rotordiameter van 162 meter.
Hier zijn veel onderzoeken naar geweest. Het belangrijkste hierbij is dat in de locatiebepaling rekening wordt gehouden met vogels. Dat hebben wij ook gedaan. Het aantal slachtoffers onder vogels door windmolens valt heel erg mee. Van elke 10.000 vogels die dood gaan door menselijke oorzaken, wordt er minder dan één veroorzaakt door windmolens. Voertuigen veroorzaken bijvoorbeeld 700 dode vogels en katten zelfs 1000 dode vogels per 10.000.

Natuurlijk hebben windmolens invloed op het landschap. De ene vind ze niet mooi, de andere wel. De landschappelijke inpassing is een belangrijk criterium geweest bij het bepalen van de posities van de windmolens.

De molens worden voorzien van rode verlichting die eventuele laagvliegende vliegtuigen of helikopters waarschuwen over de aanwezigheid van windmolens. Deze luchtvaartverlichting is een wettelijke verplichting. Er zitten geen lichten op de wieken.

 

Zodra de overheid goedkeuring geeft voor de toepassing van naderingsdetectiesystemen waarmee de aanwezigheid van vliegtuigen of helikopters vast te stellen is, zal dit worden toegepast op de windmolens. Hiermee kunnen de lampen uit blijven tot het moment dat een object het windpark te dicht nadert, dan zullen de lampen kortdurend aangaan. De verwachting is dat de overheid hier het komende jaar positief over beslist.

Nee. Sterker nog, een moderne windmolen verdient alle energie die het kost om het te produceren in zo’n zes maanden terug. Daarin zijn alle kosten meegenomen, van het delven van de grondstoffen tot het uiteindelijke afbreken en recyclen. Aangezien een windmolen geen grondstoffen (denk kolen) nodig heeft om energie te produceren, kost het nauwelijks energie om hem draaiende te houden. Hier is meer informatie te vinden.
Dit is een grote simplificatie. Voor een uitgebreid antwoord zou ik je graag willen doorverwijzen naar dit artikel van de energieleverancier Vandebron. Het doel van subsidie op groene stroom is om de bouw van duurzame productiemiddelen economisch rendabel te maken. Daardoor zullen meer mensen duurzame energiebronnen gaan bouwen, waardoor het economische principe van schaalvergroting gaat werken: hoe meer er van iets gebouwd wordt, hoe goedkoper het wordt. Dit werkt: de kosten voor groene stroom dalen hard.
Documenten zoals de MER, het ontwerp-bestemmingsplan en de ontwerp-omgevingsvergunningen zijn ter inzage gelegd bij de gemeente. Meer informatie komt beschikbaar op de website van de gemeente.
Door de komst van windmolens is het mogelijk dat de woningen in de omgeving in waarde dalen en dat het woongenot van omwonenden afneemt. Beide is afhankelijk van de afstand tot en het zicht op de windmolen. De daadwerkelijke waardedaling vindt pas plaats als de woning wordt verkocht binnen de duur van het project. Als omwonenden van mening zijn dat de windmolens hun woning schaden en de waarde ervan doen dalen kunnen zij planschade claimen bij de gemeente. Een onafhankelijke planschadecommissie bepaalt dan of er inderdaad sprake is van planschade. Indien er planschade wordt toegewezen wordt deze rekening door de gemeente doorgestuurd naar de initiatiefnemer. Meer informatie vindt u hier.